Sluit

Ga naar

Zorg: praktijk en beleid

ethiekscholing en coaching

Zorg: praktijk en beleid.

Zorgen dat de zorg goed is.
Dat doe je samen.
Samen met de cliënt, met jouw collega’s, met management en ondersteunende diensten.
Een ieder neemt, vanuit zijn eigen ervaringen, zijn visie mee over wat goed zou zijn.
Al deze perspectieven worden, als het goed is, meegenomen in het beleid.
Samen denk je na over hoe het beleid praktisch uitgevoerd gaat worden.

Op deze website beschrijf ik oefeningen en methodieken waarmee je kunt reflecteren op hoe de zorg in jouw praktijk is.
Je kunt daarmee jouw ethische blik aanscherpen.
Ik beschrijf workshops die je alleen, of samen met jouw team, kunt doen, eventueel onder mijn begeleiding.
Ook beschrijf ik mijn mogelijkheid om te coachen in het moreel veerkrachtig te zijn en te blijven, zodat je jouw werk met overtuiging kunt blijven doen.

Direct naar de leeswijzer

Wie ben ik

Adrie Kanis

Betrokken bij mensen die door ziekte of omstandigheden extra kwetsbaar zijn, zoek ik naar mogelijkheden om de zorg te verbeteren.
Al meer dan twintig jaar werk ik als ergotherapeut in de ouderenzorg.
Samen met de cliënten onderzoek ik wat zij écht willen doen en waar hun mogelijkheden en beperkingen liggen.
Ik coach hen in het veranderen van hun manier van doen, of het veranderen van hun omgeving. Vanuit een sterk ontwikkelde intuïtie, voel ik mensen en situaties aan en zie ik waar verbeter- en knelpunten liggen.
Aandacht voor de cliënt én de zorgverlener, was voor mij de aanleiding om de master Zorgethiek en Beleid aan de Universiteit van Humanistiek in Utrecht te gaan studeren.
Vanuit mijn zorgethische achtergrond vind ik het belangrijk, dat alle betrokkenen gehoord of gezien worden en hun perspectief en wijsheid meegenomen wordt in de zorgverlening. Om al deze perspectieven te kunnen zien, is continu reflectie nodig.
De hoge druk op zorgverleners baart mij zorgen, omdat dit nadelig is voor een goede kwaliteit van de zorg.
Mijn afstudeeronderzoek richtte zich op hoe zorgverleners het ervaren om af te stemmen met de cliënt over welke zorg nodig is. Het bleek dat zorgverleners zich onmachtig voelen om het goed te doen en niet goed met deze situatie kunnen omgaan.

Tijdens de studie Filosofie heb ik geleerd om kritisch te reflecteren en vanuit verschillende perspectieven te denken. Hierdoor kan ik complexe problemen inzichtelijk maken aan anderen en kan ik het denkproces bij anderen op gang helpen. In de Zorgethiek wordt dit proces meedenken, tegendenken en omdenken genoemd.
Door verschillende perspectieven niet met elkaar te laten concurreren, maar naast elkaar te laten bestaan, komt er ruimte om met elkaar na te denken over vernieuwende ideeën. Deze manier van werken gebruik ik ook tijdens het begeleiden van moreel beraden. In woonzorgconcern IJsselheem ben ik gespreksleider van moreel beraden en neem ik deel aan de stuurgroep Ethiek.

Leeswijzer

Het eerste gedeelte van deze website heet het “Perspectief van de cliënt” . Hoe ervaart de cliënt de zorg en wat valt daaruit te leren?
Als zorgverlener kun je soms helemaal opgaan in protocollen, regels en werkstress. Je doet je best om je in te leven in de cliënt, maar soms lukt dat maar ten dele.
In dit deel vind je methodieken en oefeningen om het perspectief van de cliënt weer beter te zien en te begrijpen. Allereerst beschrijf ik oefeningen die je voor jezelf kunt doen. Daarna beschrijf ik een methodiek die ik samen met jou en jouw team kan doen.

Zelfoefeningen

  • Emotional Touchpoint interview methode
  • Inleefsessie Zorgethisch lab
  • Ecogram; Invloed van naasten


Het tweede gedeelte van deze website heet “Perspectief van de zorgverlener”. Hoe ervaart de zorgverlener de zorg en wat valt daaruit te leren?
Als zorgverlener kun je onmachtig voelen om het goed te doen. De theorie beschrijft dit als morele stress, welke vaak in de zorgverlening voorkomt. Het hebben van morele stress heeft nadelige gevolgen voor jou, voor het samenwerken in het team en voor het contact met de cliënt.

Allereerst vind je twee testen, waarmee je zelf kunt beoordelen of jij morele stress ervaart en wat daarvan de oorzaken zijn.
Vervolgens beschrijf ik een stukje theorie over morele stress.
Daarna beschrijf ik oefeningen en reflectiemethodes die jij voor jezelf of met jouw team kunt doen, eventueel onder mijn begeleiding. Met deze oefeningen kunt je achterhalen wat jouw/jullie drijfveren zijn om zorg te verlenen en hoe je moreel veerkrachtig kunt blijven.

Direct naar zelftesten
Direct naar theorie over morele stress.

Zelfoefeningen

  • Wat zit er in jouw ‘rugzak’?
  • Mijn persoonlijke zorgmissie
  • Yes! Hier doe ik het voor

Workshop/methodiek onder begeleiding

  • Coaching
  • Levend ecogram
  • Compassie gesprekken
  • Moreel beraad; Toveren


In het laatste deel stimuleer ik tot “Actie”. Na reflectie op hoe jij en jouw cliënt de zorg ervaren, heb jij wellicht ideeën om de zorg te veranderen.
Met behulp van de responsieve evaluatie methode kun je samen met jouw team en de organisatie een begin maken met veranderen.
Het werken met een “Clever Bowtie” kan jullie helpen om de veranderideeën te bundelen en inzichtelijk te maken, zodat er een gezamenlijk plan kan ontstaan.

Perspectief van de cliënt.

Hoe ervaart de cliënt de verleende zorg en wat valt daaruit te leren?

Het kan voor de cliënt lastig zijn, om uit zichzelf feedback te geven over de zorg die hij krijgt. Cliënten voelen zich ten opzichte van de zorgverlener kwetsbaar, zij zijn diegene die een ander nodig hebben voor de zorg.
Vaak is het voor cliënten moeilijk om aan te geven welke behoefte er aan zorg is. Alleen een gesprek met de cliënt over welke hulpvraag hij heeft, is daarom niet voldoende. Hoe meer het lukt, om bij de cliënt zijn belevingswereld aan te sluiten en te weten wat voor hem belangrijk is, hoe makkelijker het wordt om de zorg goed te laten aansluiten bij wat de cliënt nodig heeft.
In de zorgethiek wordt gesproken over het continu “afstemmen” tussen zorgverlener en cliënt, over hoe de zorg voor beide goed kan zijn.
Hieronder worden oefeningen en methodieken beschreven, die kunnen helpen om het perspectief van de cliënt beter te leren begrijpen.

Zelfoefeningen:

Interview met de cliënt volgens de “Emotional touchpoint methode”[1].

Korte omschrijving:
Met deze methode ga jij in gesprek met een cliënt en geeft je de cliënt alle ruimte om zijn verhaal te vertellen over hoe hij de zorg ervaart. De cliënt wordt gevraagd te vertellen over de momenten waarop hij geraakt werd door de zorgverlening. Zowel positieve als moeilijke ervaringen kunnen besproken worden.
Door dit interview krijg jij toegang tot de ervaring van de cliënt en kun jij je beter verplaatsen in het perspectief van de cliënt.

Werkwijze:

  • Selecteer een cliënt die geschikt is voor deze methode. Zeker de eerste keren is het handig om iemand te selecteren, die goed in staat is om verbaal te communiceren en die het leuk vindt om met jou in gesprek te gaan. Bedenk dat door jouw oprechte interesse, het gesprek voor de cliënt al snel fijn, leuk en interessant is en dat er wellicht vele mensen geschikt zijn voor deze methode.
  • Leg aan de cliënt uit dat jij graag zijn ervaringen met de verleende zorg zou willen horen.
  • Start met de vraag:
  • Kunt u zich momenten herinneren dat u geraakt werd door iets wat tijdens de zorg gebeurde? Waren er momenten die extra indruk op u gemaakt hebben in de zorg?
    Mogelijke verdiepingsvragen zijn:
  • Wat gebeurde er?, Waar was u? Wie was er bij u? Wanneer gebeurde het?
  • Hoe voelde u zich hierbij?
  • Wat had u gewild dat er was gebeurd?

Eventueel kun je daarna, samen met de cliënt nadenken over hoe de zorg zou kunnen verbeteren. Deze ideeën kunnen meegenomen worden naar een teamoverleg.



Inleefsessie bij het Zorgethisch Lab:

Korte omschrijving:
In het Zorgethisch Lab is het voor zorgverleners mogelijk om een dag in de rol van een cliënt te kruipen. Vooraf maak je een beschrijving van de cliënt en gedurende die dag probeer jij je in te leven en te gedragen zoals deze persoon. Je wordt deze dag verzorgd door studenten.
Door een dag te ervaren hoe het is om zorg te ontvangen, groeit jouw inlevingsvermogen. Doordat jij jou beter kan verplaatsen in hoe de cliënt zich voelt, kun je jouw handelen daarop aanpassen.

Werkwijze:
In Zwolle is een zorgethisch lab, waar inleefsessies mogelijk zijn.



Ecogram: invloed van naasten

Korte omschrijving:
Een cliënt staat niet alleen, maar is vaak onderdeel van een netwerk van contacten. Er zijn andere mensen waar hij zich betrokken bij voelt en die invloed op hem hebben. Al die anderen hebben hun eigen perspectief op wat er zou moeten gebeuren en over welke zorg goed zou zijn voor deze cliënt.
In een Ecogram kun je in kaart brengen wie er allemaal betrokken zijn bij deze cliënt en welke invloed zij hebben op de zorgpraktijk. Op deze manier vergroot jij jouw perspectief op welke zorg goed is voor deze cliënt.

Werkwijze:
In het midden van een vel papier zet je de naam van de cliënt.
Om de cliënt heen zet je de namen van de (belangrijkste) betrokkenen van de cliënt. Denk aan verschillende familieleden, vrienden, buren, medebewoners, personeel, verenigingsleden, de geloofsgemeenschap.
Diegene die het meest belangrijk zijn voor de cliënt zet je het dichtst bij.
Daarna kun je nadenken over onderstaande vragen:

  • Wat denk jij dat die andere betrokkenen belangrijk vinden voor de zorg die jij geeft?
  • Wat willen zij bereiken voor de cliënt?
  • Wat willen zij dat jij doet?
  • Wat wil jij dat zij doen?
  • Wat wil de cliënt voor deze betrokkenen bereiken?

Perspectief van de zorgverlener

Hoe ervaart de zorgverlener de verleende zorg en wat valt daaruit te leren?

Zorgen voor een ander kan om diverse redenen intensief zijn:

  • Je werkt intensief met de cliënt, die een andere beleving van de situatie kan hebben als jij en toch wil je er samen uitkomen.
  • De behoefte aan zorg is vaak groter als jouw mogelijkheid om de zorg te verlenen, hetgeen spanning kan geven.
  • Het samenwerken met anderen maakt het zorgwerk intensief, want ook met hen stem je af wat de ander belangrijk vindt en hoe het werk gedaan wordt.

Zorgverleners zijn vaak geneigd om door te gaan met zorgen, ook als de zorgverlening naar hun gevoel eigenlijk anders zou moeten.
Zij sluiten zich daarbij soms af voor hun eigen gevoelens.
Reflectie op wie je bent en hoe jij het eigenlijk zou willen doen, kan helpen om jouw eigen ideeën (weer) te vormen en je stem beter te laten horen. Hierdoor kun je sterk en gemotiveerd blijven om dit werk te kunnen doen.
Kennis over jezelf kan ook helpen om verschillen met anderen te zien en te erkennen en om op deze manier open te blijven staan voor de ander zijn perspectief.
Hieronder vind je oefeningen, waarbij je kunt reflecteren op hoe jij het werken in de zorg ziet. Wat zijn beweegredenen om in de zorg te werken? Welke ervaringen heb jij zelf met zorg krijgen? Ook vind je oefeningen en informatie om moreel veerkrachtig te blijven.

Zelftesten

De morele stresstest en de situationele test zijn overgenomen uit de "Methodiekenbundel: van morele stress naar morele veerkracht. Omgaan met morele stress in zorgorganisaties.”

De morele stresstest bestaat uit 5 delen:

  1. Kenmerken van morele stress (pag. 6-8)
  2. Negatieve gevolgen van morele stress (pag. 9-11)
  3. Morele gevoeligheid (pag. 12, 13)
  4. Risicoverhogende factoren van morele stress ( pag. 14-17)
  5. Risicoverlagende factoren van morele stress ( pag. 19)

Als de uitspraken van deel 1 van de morele stresstest vaak op jou van toepassing zijn, ga dan ook de situationele test maken. In de situationele test kun je onderzoeken welke belemmeringen jij ervaart, waardoor je het gevoel hebt dat je geen goede zorg kunt verlenen.
Als je de uitspraken van deel 2 van de morele stress test herkent, kijk dan nogmaals naar de oefeningen aan het begin van deze website onder “ het perspectief van de cliënt”. Ook kunnen de oefeningen Meevoel-met methode en compassiegesprekken jou helpen om weer meer open te gaan staan voor jezelf en de ander.
De theorie over morele stress gaat uitgebreider in op de onderdelen 3 en 4 van de morele stress test.
Als er veel uitspraken op jou van toepassing zijn bij deel 5 van de morele stress test, verwijs ik jou door naar de workshoppen/methodieken onder begeleiding, waarin je met jouw team gaat reflecteren op de zorg. Vervolgens kun je onder “in Actie” met elkaar verbeterplannen maken.

Direct naar morele stress test
Direct naar situationele vragenlijst


Theorie over morele stress

Als jij er niet in slaagt om de goede zorg te geven, die je zou willen verlenen, geeft dat morele stress. Het steeds ervaren van morele stress kan teveel worden, zeker als het niet (h)erkend wordt.
Deze scholing richt zich op het herkennen van morele stress bij jezelf en jouw collega’s.

Wanneer jij er in de dagelijkse praktijk niet in slaagt om de goede zorg te geven die je zou willen verlenen, kan dit een gevoel van falen geven, van machteloosheid, ontgoocheling, schuldgevoel of woede.
Je kunt weten wat goed is voor de cliënt, maar je toch gedwongen voelen om iets anders te doen. Dit doe je, omdat de familie van de cliënt het wil, omdat het protocol het voorschrijft, omdat het financieel gunstig is voor de organisatie enz.
Morele stress is op zichzelf niet negatief. Als jij morele stress ervaart, ben je moreel betrokken. Je laat je door de zorg raken, je weet wat voor de cliënt belangrijk is en je ziet wat er op het spel staat.
Morele stress kan een soort alarmbel zijn: je gaat je afvragen of de kwaliteit van de zorg goed is en mogelijk kom je in actie om het te verbeteren.
Maar wanneer je vaak of intens geconfronteerd wordt met een kloof tussen wat jij wilt doen en dat wat in de praktijk mogelijk is, kan dat negatieve gevolgen hebben.
Zorgverleners vertellen dat zij zich niet langer meer door de zorg laten raken. Het emotioneel afhaken van zorgverleners leidt tot een verminderde empathie en compassie. De gevoelens van de cliënt worden minder aangevoeld. Het inleven in de cliënt gaat minder goed.
De zorgverlener voelt zich vervreemden van het werk. Langzamerhand raak je verwijderd van jouw idealen, die je aan het begin van je loopbaan had. Het werk wordt op de automatische piloot gedaan en is minder betekenisvol.
Morele stress is een diepere vorm van stress dan ‘gewone werkstress’ (bijv. door een hoge werkdruk) of emotionele stress (bijv. door het overlijden van een bewoner).
Morele stress raakt de kern van iemands persoon. Je kunt niet zijn wie je wilt zijn en het raakt jouw integriteit en authenticiteit. (Beumer, 2008).
Een belangrijk punt is dat chronische morele stress gerelateerd is aan burn-outsymptomen zoals (emotionele) uitputting, een verminderd zelfbeeld, het incompetent voelen.

Gevolgen voor het team
Het ervaren van morele stress is niet een dagelijks onderwerp tussen zorgverleners.
Het is moeilijk om toe te geven dat je niet doet, wat je eigenlijk zou moeten doen. Zorgverleners voelen zich schuldig en praten liever niet over hun eigen onvermogen.
Het gevolg is dat collega’s zich terug trekken en afzijdig gaan houden en daardoor niet meer open staan voor elkaar.
Morele stress kan gevolgen hebben voor het samenwerken in het team en kan leiden tot conflicten. Een collega die bij elke nieuwe situatie zegt “daar gaan we weer”, ziet niet meer waar zij zelf invloed op kan hebben en kan een bron van ergernis zijn voor een ander.

Gevolgen voor de organisatie
Aanhoudende morele stress heeft gevolgen voor de resultaten van de organisatie. Het kan leiden tot:

  • Een grotere uitstroom van zorgpersoneel
  • Een groter verzuim
  • Verslechterde relaties met team en leidinggevenden
  • Dalende kwaliteit van de zorg

Conclusie
Morele stress hoort bij het zorg verlenen. Het is praktisch onmogelijk om altijd dat te doen wat jij denkt dat het goede is voor de cliënt. Je werkt samen met anderen die een andere visie hebben en je bent gebonden aan regels en financiën.
De testen en oefeningen richten zich op het herkennen van ethische dilemma’s en de morele stress die dat kan geven. Door met elkaar te spreken over morele stress, kun je morele stress en/of de negatieve gevolgen van morele stress zoveel mogelijk beperken. Door het gesprek krijgen onmachtsgevoelens een plek, waardoor je beter open kunt blijven staan voor je eigen gevoelens en die van een ander.

Zelfoefeningen:

Wat zit er in jouw ‘zorgrugzak’?

Korte omschrijving:
Iedereen heeft een eigen ‘rugzak’ gevuld met diens achtergrond, levenservaring, levensbeschouwing etc. Het is niet mogelijk om zorg neutraal aan te bieden, je neemt jouw eigen persoonlijkheid en jouw ideeën mee. Gelukkig maar, want daardoor kan jouw zorg ‘menselijke zorg’ worden.
Het is wel goed om je bewust te zijn, van wat in jouw rugzak zit, zodat je ook jouw eigen visie naast die van anderen kunt zetten. Als je bewust bent van hoe jij gevormd bent tot wie je nu bent, zul je ook meer open kunnen staan voor anderen. Er komt dan meer ruimte voor het perspectief van de cliënt (en de familie, collega’s…).

Werkwijze:
Beantwoord onderstaande richtinggevende vragen voor jezelf:

  • Welke zorg heb ik in mijn leven ontvangen?
  • Welke ervaringen hebben ertoe geleid dat ik voor een zorgberoep koos?
  • Waar en wanneer heb ik leren ‘zorgen’?
  • Voor wie was dat dan?
  • Wat vind ik belangrijk in een zorgberoep?
  • Waarom wil ik in de zorg werken?
  • Wat heeft mijn visie over de zorg helpen bepalen?
  • Wat valt mij op in bovenstaande vragen en mijn antwoorden?



Mijn persoonlijke zorgmissie

Korte omschrijving:
Veel zorgverleners kiezen voor het beroep vanuit een bepaald soort streven, een missie. Een missie is datgeen wat jij wil bereiken met jouw zorgen voor anderen. Vaak wordt een missie gevormd, door ideeën over hoe mensen zouden moeten zijn. Aan de hand van die ideeën, vorm jij ook een beeld van hoe jij wilt zijn.
Hoe zie jij jezelf? Wie wil jij zijn als zorgverlener, als mens?
Doel van deze oefening is om jou weer jouw idealen te laten ervaren.

Werkwijze:
Beantwoord onderstaande vragen:

  • Wat zou je willen dat jouw cliënten over je vertellen?
  • Wat zou je willen dat jouw cliënten zeggen over wat jij voor hen hebt betekend?
  • Wat zou je willen dat collega’s zeggen over wat jij voor hen hebt betekend?
  • Waar ben je vol van?
  • Wat doe je graag en goed?
  • Waarover vertel je graag aan familie en vrienden ?
  • Welke waarden of idealen leidt je hieruit af?



Yes! Hier doe ik het voor

Korte omschrijving:
In deze oefening vertellen collega’s elkaar positieve verhalen.
Af en toe zijn er momenten waarin je je realiseert; Yes! Hier doe ik het voor.
Je beseft weer, waarom je ooit voor dit beroep gekozen hebt en je ervaart een enorm gevoel van voldoening. Deze momenten geven je de energie om er voor te blijven gaan.
Op welk moment had jij onlangs dit gevoel? Wanneer besefte jij onlangs: ‘Hier doe ik het voor!’.

Werkwijze:

  • Samen met een collega bespreek je jullie “ Yes!- ervaringen” van de afgelopen periode.

Reflectievragen:

  • Denk eens terug aan een moment waarop je besefte: ‘Hier doe ik het voor!’.
  • Welke situatie was dat?
  • Wat maakte precies dat je dat gevoel kreeg?



Workshop/ Methodieken onder begeleiding:

Coaching

Korte omschrijving:
Vanuit ideeën uit de zorgethiek en de ergotherapie coach ik mensen die vastlopen, omdat zij niet kunnen doen, wat zij eigenlijk willen doen.
Soms weet je niet meer wat je eigenlijk wilt bereiken en hoe je dat in de praktijk kunt gaan doen.
Door samen te reflecteren op wat jouw idealen zijn, wat jouw krachten zijn en waardoor jij je in de praktijk laat tegenhouden, kun je gaan veranderen.

Werkwijze:

  • Vooraf is er een kort gesprek, waarin wij wederzijds met elkaar kennismaken en waarin ik mijn mogelijkheden toelicht.
  • Als jij daarna verder wilt met de coaching, maken we afspraken over hoe vaak er gesprekken zullen zijn etc.
  • Tijdens de coaching gebruik ik motiverende- en oplossingsgerichte gesprekstechnieken en methodieken vanuit de “Time management” en de Activiteitenweger”[2].



Levend ecogram

Korte omschrijving:

Het levend ecogram, lijkt op het ecogram zoals beschreven in het perspectief van de zorgontvanger. Nu ga jij met collega’s samen in de ruimte alle betrokkenen bij de zorg van deze cliënt in kaart brengen.
Door deze oefening krijg je beter inzicht in de dilemma’s die jij en jouw collega’s ervaren in de zorgverlening en wat daarvan de oorzaak is. Soms ben je betrokken bij een cliënt en voel je je verantwoordelijk, maar merk je dat je weinig invloed kunt uitoefenen om de situatie te veranderen.

Werkwijze:
Door letterlijke en figuurlijk om de (niet aanwezige) cliënt heen te gaan staan, wordt jouw positie ten opzichte van de cliënt duidelijker en die van jouw collega’s.
Je krijgt meer zicht op hoe jij de cliënt ziet, wat jij belangrijk vindt, waar jij je verantwoordelijk voor voelt en waar het in de praktijk soms op vast loopt.
Ook is het mogelijk om een ander zijn perspectief te ervaren, door in diens positie ten opzichte van de cliënt te gaan staan en je in te leven in wat die persoon voelt, denkt en ervaart.



Compassie gesprekken

Korte omschrijving:

Jij en jouw collega’s bespreken maandelijks in één uur emotionele en sociale kwesties rondom de zorg van cliënten. Door deze gesprekken kun je ervaringen delen en verwerken, waardoor er ruimte komt voor het voelen wat de zorg met je doet. Dit vergroot jouw morele weerbaarheid. Het begrip van collega’s voor elkaar neemt hierdoor toe. Je sluit je minder af voor jouw gevoelens en dit zal een gunstig effect hebben op het contact met de cliënt.

Werkwijze

  • Samen met 1 collega ga jij in gesprek over een ervaring in de zorg van de afgelopen tijd die jou geraakt heeft. Jij krijgt alle ruimte om te vertellen.
  • Als interviewer start jij met de vraag; Kun jij je een moment herinneren in de afgelopen tijd dat jij geraakt werd door dat wat zich voor deed in de zorg? Waren er momenten die extra indruk op jou gemaakt hebben in de zorg?

Mogelijke verdiepingsvragen zijn:

  • Wat gebeurde er?, Waar was jij? Wie was er bij jou? Wanneer gebeurde het?
  • Hoe voelde jij jou hierbij?
  • Wat had jij gewild dat er was gebeurd?
  • Hoe werkt deze ervaring nu nog in jouw praktijk door?



Moreel beraad: Toveren[4]

Korte omschrijving

Een moreel beraad betekent letterlijk; samenkomen met anderen en nadenken over wat je doet en waarom je dat doet.
Het praten over alle factoren die meespelen in de praktijk, geeft inzicht in jezelf en de cliënt en zijn netwerk en jouw collega’s. Als je een volgende keer met een soortgelijke situatie te maken krijgt, weet je beter hoe jij en de ander er instaat. Dat leidt tot verbetering van de kwaliteit van je werk en ook tot meer werkplezier.

Vragen die in een moreel beraad spelen zijn:
Wat wil je bereiken met de zorgverlening en lukt dat in de praktijk?
Wat zijn voor jou en jouw collega’s belangrijke overtuigingen, motivaties en beweegredenen?
Hoe is het voor de cliënt en zijn mantelzorgers om deze zorg te krijgen?
Voldoet de zorg aan hun behoefte?
Zijn er alternatieve manieren van doen te bedenken?
Is het mogelijk om in de praktijk het goede te doen of wordt je ergens door belemmerd?

Werkwijze:

  • Vooraf is er een gesprek tussen de casusinbrenger en mij. In dit gesprek wordt besproken welke situatie zich voordoet in de praktijk en wordt samen het onderwerp afgebakend.
  • De casusinbrenger beschrijft in de voorbereiding in een paar zinnen de casus.
  • Alle andere betrokkenen in de situatie worden uitgenodigd en zijn op de hoogte van de casus.
  • Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van een stappenplanmethodiek; Toveren.
  • Een moreel beraad duurt een uur. De voorbereidingstijd kost een kwartier.
  • Voor een goed gesprek is het belangrijk dat iedereen mee kan denken en praten, daar let ik, als gespreksleider op. Ik zorg ervoor dat iedereen de gelegenheid krijgt om mee te praten vanuit zijn achtergrond.

In actie

Responsieve evaluatie

Korte omschrijving:

Als een zorgsituatie niet goed loopt en de indruk bestaat dat er binnen de organisatie verschillende ideeën bestaan over hoe de situatie moet verbeteren, kan het helpen om een responsieve evaluatie te organiseren.
Als zorgethisch coach ga ik met alle belanghebbenden apart in gesprek en probeer ik te achterhalen wat ieder individu of groep wil bereiken. Door dit gesprek in eerste instantie in kleiner verband te doen, is er een veilige situatie, waarin er voor iedereen gelegenheid is om zich te uitten.
Uiteindelijk worden deze verhalen door mij gebundeld en aan de anderen verteld, waardoor alle perspectieven gehoord kunnen worden. Door deze verschillende perspectieven niet met elkaar te laten concurreren, maar te respecteren en naast elkaar te laten bestaan, komt er ruimte om met elkaar na te denken over vernieuwende ideeën.

Werkwijze:

  • In een klein gezelschap, bijvoorbeeld met jouw team, bespreken jullie onder begeleiding van mij, jullie ervaringen in de zorgverlening. We gaan achterhalen wat jullie willen bereiken en welke belemmeringen jullie in de praktijk ervaren.
  • Ook met de andere disciplines of belanghebbenden heb ik vergelijkbare gesprekken.
  • In een grote bijeenkomst met alle betrokkenen vertel ik over de gehoorde perspectieven en waar deze overeenkomen en op welk punten deze perspectieven verschillen.



Verbetertraject met behulp van een Clever Bowtie

Na de responsieve evaluatie is het mogelijk om met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden voor verbetering.

In de bijeenkomst stimuleer ik het groepsgesprek zodat er een open sfeer komt waarin iedereen gehoord wordt. Alle ideeën krijgen de ruimte krijgen, waardoor er energie vrij komt om te veranderen. Tegelijkertijd is er ook ruimte om belemmeringen te bespreken.
Met behulp van het digitale overzicht “Clever Bowtie” worden al deze verbeterideeën en belemmeringen inzichtelijk gemaakt.
Met behulp van de dilemma-methode wordt er een afweging gemaakt, welk belang volgens alle aanwezigen het zwaarst weegt en welk verbeteridee allereerst uitgevoerd gaat worden.
Concrete acties en evaluatiedata worden met elkaar afgesproken en genoteerd in de Clever Bowtie.

Contact

Geïnteresseerd, meer willen weten, of eens ervaring uitwisselen? Neem contact met mij op:

Adrie Kanis
Zorg: praktijk en beleid
Schoolstraat 60
7686 CM Geerdijk
06-11803890
adrie@zorgpraktijkenbeleid.nl

Bronnen

Een aantal oefeningen, de Morele stress test, de Situationele test en de informatie over Morele stress zijn gebaseerd op en/of overgenomen uit de “Methodiekenbundel: van morele stress naar morele veerkracht. Omgaan met morele stress in zorgorganisaties.” Deze bundel is ontwikkeld op initiatief van de Onderzoeksgroep Ethiek in de zorg van de Hogeschool West-Vlaanden (Howest) met steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid. Meer info zie www.morelestress.be.

[1] Kuis, E., A. Goossensen (2015) Evaluation of care from a care ethical perspective: a pilot study using the emotional touchpoint method. Accepted for publication. Nursing Ethics.

[2] De Activiteitenweger (link website)

[3] Finlay, L., (2006). The body's disclosure in phenomenological research. Qualitative Research in Psychology. Vol. 3 (1) 19-30. Doi: 10.1191/

[4] Jos Kessels ea, (2008), Vrije ruimte, Praktijkboek, Amsterdam.